REGISTER |
Registernummer | 3.509.001 |
INLEIDING |
| |
| Foto Frank van den Boogert |
Objectaanduiding | International L160 - ECF / Matser 23 |
Categorie/klasse | Autobussen |
Soort object | Benzinebus |
Type | Touringcar
|
Serie | N.v.t. |
Merk | International |
Model | International L160 |
Uitvoering (1) | ECF |
Bouwjaar | 1951 |
Ontwerper(s) | Chassis: International
Carrosserie: ECF (Edesche Carrosseriefabriek, Gebr. Van Eerten)
|
Producent(en) | Chassis: International (Verenigde Staten)
Carrosserie: ECF (Edesche Carrosseriefabriek, Gebr. Van Eerten, Ede)
|
Gebruiker(s) | N.V. Auto-, touringcar- en verhuurbedrijf v/h H. Matser, Arnhem
Garagbedrijf Merkus' Zonen N.V., Nijmegen en Andelst
|
Periode gebruik | van 1952 tot en met 1967 |
Regio gebruik | Geheel Nederland; buitenland |
Opmerkingen inleiding | Kenteken: NB-17-98 |
BESCHRIJVING |
Functie | Personenvervoer (groeps- en toervervoer) |
Techniek | Motor: 6-cylinder benzinemotor
Versnellingsbak: handgeschakeld
Remsysteem: ??
Capaciteit: 30 zitplaatsen
|
Bouwwijze | Stalen chassis met aparte carrosserie, bestaande uit een framewerk met metalen beplating |
Vorm | Klassieke normaalstuurbus ("neusbus"), met vrachtautofront, een opbouw met ronde vormen, panoramaruiten en een enkele in-/uitstapdeur. Zitplaatsen op twee rijen dubbele dwarsbanken.
Huidige kleuren: crème, met blauwe accenten; oranjekleurige panoramaruiten.
|
Opmerkingen beschrijving | De originele kleuren van deze bus uit de Matser-tijd zijn niet precies bekend. De huidige kleurstelling is die uit de tijd dat de bus onderdeel was van het wagenpark van de firma Merkus. |
GESCHIEDENIS |
Geschiedenis | Behalve lijndienstbussen werden in de jaren na de oorlog uiteraard ook weer touringcars in gebruik genomen. In veel gevallen waren dit wagens die nog volgens het klassieke concept waren gebouwd. Dat wil zeggen uitgevoerd als normaalstuurbus, dus met de motor vóór de carrosserie. Hoewel in die tijd DAF en ook de Engelse merken sterk in opkomst waren, werden toch ook nog heel wat bussen gebouwd van de vooral voor de oorlog populaire Amerikaanse merken, zoals Ford, Chevrolet, Diamond en International.
Een voorbeeld van een International, uitgerust met een benzinemotor, is bus nummer 23. Deze werd in 1951 gebouwd voor het Arnhemse touringcarbedrijf van de firma Matser. De opbouw werd verzorgd door de in Ede gevestigde carrosseriefabriek van de gebroeders Van Eerten, ook bekend als ECF: Edese Carrosseriefabriek. Deze was van 1930 tot 1955 de hofleverancier van Matser.
Matser was in de eerste plaats een touringcarbedrijf, maar exploiteerde tot het eind van de jaren zestig 's zomers een toeristische autobusdienst van Arnhem via Velp en de Zijpenberg naar de Posbank. Tot 1967 deed de bus bij Matser dienst, waarna hij werd overgenomen door de firma Merkus te Andelst. Daar droeg de bus het wagenparknummer 89. Bij één van de eerste grote manifestaties van de Stichting Veteraan Autobussen, in 1973 in Den Helder, was ook Merkus met een aantal museumbussen aanwezig, waaronder de International. Daarna heeft de bus vrijwel niet meer gereden en na jaren van omzwervingen en verblijf in de open lucht, werd de bus in 1993 door een particulier overgenomen van de heer Merkus. De nieuwe eigenaar heeft de bus later ingebracht in de SVA.
De omstandigheid dat de wagen destijds zo'n lange tijd buiten heeft gestaan was uiteraard niet bevorderlijk voor de staat van het voertuig. Restauratie van deze klassieke touringcar, die een vertegenwoordiger is van het einde van het normaalstuurtijdperk, betekent dan ook een bijzonder omvangrijk en kostbaar project. Mede om deze reden besloot de SVA in 2013 om deze bus uit de collectie te halen. Daarna is hij weer teruggegaan naar de particulier die hem ooit inbracht in de SVA. Deze heeft de bus overgedragen aan de in 2014 opgerichte Stichting Historische Bedrijfsvoertuigen Nederland. Na te zijn overgebracht naar de stallingslocatie van deze stichting, is in de loop van 2014 een begin gemaakt met de restauratie. |
ILLUSTRATIES |
Additioneel beeld 1 | Foto collectie G. Gunnink |
Additioneel beeld 2 | Foto: collectie Joop Landman |
Opmerkingen illustraties | De foto bij "Additioneel beeld 2" toont de bus in zijn oorspronkelijke uitvoering: rood met wit en met de naam Matser in gouden letters op de zijkant. De foto bij "Additioneel beeld 1" laat een latere uitvoering zien (crème met rood) |
MEER INFORMATIE |
Informatie bij/via | Stichting Historische Bedrijfsvoertuigen Nederland |
Bronnen | * M. Wallast: Autobussen in Nederland (Rijswijk, 1987)
* P. Kennett: International (World Truck no. 11, Camdridge, 1981)
* G.P. van Eerten: Bussen gebouwd door Edesche Carrosseriefabriek Gebr. Van Eerten, Ede 1930-1960 (eigen particuliere uitgave, 2008)
* Gerrit van Eerten: De Edesche Carrosserie Fabriek Van Eerten (ECF) ( artikel in "Autobuskroniek" 2012-02, uitgave Autobus Documentatie Vereniging). |
Externe links | Stichting Historische Bedrijfsvoertuigen Nederland |
HUIDIGE EIGENDOM |
Soort eigendom | Behoudsorganisatie |
Naam organisatie | Stichting Historische Bedrijfsvoertuigen Nederland |
WAARDESTELLING |
Cultuurhistorische waarde |
Status | B |
Motivatie | Culturele biografie
► Historische context
Autobussen zijn ontstaan door automobielen in te richten voor het vervoer van meer dan enkele personen. In eerste aanleg gebeurde dit door vergroting en versterking van al bestaande motorvoertuigontwerpen of door aanpassing van de laadruimte van eerder ontworpen vrachtauto's. Daarbij was gebruikelijk een uitgebouwde motorruimte aan de voorzijde (vgl. het paard) en daarachter een aparte chauffeursbank (vgl. koetsiersplaats) en vervolgens de (afgescheiden) laadruimte. Deze laatste werd bij de (kleinere) personenauto's vrijwel direct, bij de grotere voertuigen voor personenvervoer gaandeweg geïntegreerd met de chauffeurscabine. In alle gevallen was sprake van een "neusbus".
Voor de bouw van autobussen gebruikte men meestal vrachtautochassis, soms wat aangepast, omdat die in veel grotere aantallen gefabriceerd werden en derhalve goedkoper waren.
Wat later kwamen alternatieven met frontbesturing (bestuurder naast motor en boven vooras) die een langere laadruimte opleverden en daardoor efficiënter bleken. Deze ontwikkeling heeft voor grotere vrachtwagens en autobussen doorgezet.
► Type
De overgang naar frontbesturing heeft echter ook nadelen: meer (motor-)geluid en -trillingen (vooral door de opkomst van de dieselmotor), meer kans op luchtjes in het interieur, moeilijker instappen en zwaarder sturen door de hogere voorasbelasting. Genoemde nadelen manifesteerden zich het meest bij autobussen die als touringcar werden gebruikt. Zodoende werden "neusbussen", vooral voor kleinere wagens, zoals de Matser 23, nog veelvuldig en over het algemeen tot tegen het eind van de vijftiger jaren, toegepast. De nadelen konden toen goeddeels overwonnen worden.
► Object
De Matser 23 is gebouwd op een vrachtautochassis van het bekende Amerikaanse merk International, waarvan de grille en de voorspatborden aan de vormgeving van de carrosserie zijn aangepast. Het object laat duidelijk zien hoe in de direct na-oologse jaren met gebruikmaking van nog schaarse, doch beschikbare middelen een tot gebruik uitnodigend voertuig werd gebouwd.
Eenvoudige voorzieningen wekten de indruk van een luxe toerwagen (hetgeen overigens ook paste bij het imago van het bedrijf Matser). In principe was de wagen echter multi-inzetbaar. Daarvan werd in zijn tweede leven dankbaar gebruik gemaakt bij het verrichten van groepsvervoer ten behoeve van bedrijven e.d. De luxe-uitstraling was er toen echter al af.
► Object als erfgoed
De Matser 23 heeft na zijn werkzaam leven en voordat het werd opgenomen in de collectie van de SVA, zeer geleden door een langdurig verblijf in de open lucht. Het object is het waard om te denken aan een ingrijpende restauratie.
Representatiewaarde
► Schakelwaarde
Niet van toepassing
► IJkwaarde
De ijkwaarde is hoog, omdat het voertuig een representant is van 'de' autobus, vooral de kleinere, uit de periode van ca.1930 tot ca.1960, gebouwd door een verscheidenheid aan fabrikanten, zonder opvallende of extra voorzieningen. Ofschoon deze wagen gebouwd is om als toerwagen dienst te doen, werd het type in principe gebruikt voor alle soorten vervoer.
► Symboolwaarde
Geen.
Zeldzaamheid
Voor zover bekend is dit een van de twee bewaard gebleven objecten die door de Carrosseriefabriek Gebr. Van Eerten te Ede zijn opgebouwd.
Staat van het object
Voor behoud is ingrijpende restauratie nodig.
Ensemblewaarde
Niet van toepassing
Presentatiepotentieel
Enkel voor wat betreft de historie van de achtereenvolgende busconcepten, uiteraard herinneringen oproepend aan de direct na-oologse periode. Verder afhankelijk van elders aanwezige vergelijkbare objecten.
Cultuurhistorische waarde
Het object is één van vele die er geweest zijn, maar één van weinige die overgebleven zijn. Het ontleent zijn waarde aan de mogelijkheid om de ontwikkeling van 'de' autobus te kunnen laten zien. Bovendien is de Matser 23 één van de voor zover bekend slechts twee bewaard gebleven producten van de Edesche Carrosseriefabriek Gebr. Van Eerten, later soms ook ECF genoemd.
|
Waardering door | Commissie |
Opmerkingen | |
Authenticiteit |
Status | |
Motivatie | |
Waardering door | Commissie |
Opmerkingen | |