[Samenvatting:] De H.M.S. ELFIN is gebouwd als torpedo-bergings vaartuig (Torpedo Recovery Vessel : TRV ) voor de Engels marine. Ze diende als TRV en tender het 3e, 5e en 7e onderzeeboot flottielje, voor de torpedoschool in Portsmouth en Portland .
In 1958 is het schip verkocht aan de Amsterdamse Droogdok Maatschappij die haar ombouwde tot cleaningsvaartuig Droogdok 18. Het schip heeft onder deze naam en later als HOM7 en TCA1 tot 1985 in de Amsterdamse haven gevaren.
De ELFIN is vanaf 1995 in eigendom van de Stichting tot Behoud van het Stoomschip die haar weer in originele staat heeft gebracht als eerbetoon aan dit Varend Erfgoed. Een enkele privé foto en foto’s uit het National Maritime Museum Greenwich en van Wright & Logan zijn gelukkig inmiddels in het bezit van ons. Ook enkele technische tekeningen zijn in de afgelopen jaren in ons bezit gekomen.
Na enkele jaren van hard werken is de ELFIN in 1998 weer onder stoom gebracht, en is het uiterlijk weer zoals ze in 1933 te water werd gelaten, sinds kort compleet met het kompasplatvorm.
Lees volledige tekstDe ELFIN 80 jaar “onder stoom”
In 1933 is de HMS ELFIN voor het eerst “Onder Stoom” en dat is dit jaar dus 80 jaar geleden, zeker een goede reden om deze 80 jaar eens in het kort te beschrijven.
We beginnen bij haar bouwer.
Scheepswerf J. Samuel White / Isle of Wight, East Cowes, krijgt op 12 mei 1933 de opdracht om HMS ELFIN en HMS REDWING te bouwen. De HMS REDWING voor de marinebasis Devondport voor 14.576,= pond, en de ELFIN voor marinebasis Portland voor 14.533,= pond, iets goedkoper omdat Portland iets dichterbij de werf lag.
Toen het casco van HMS ELFIN ( bouwnummer 1754 ) afgebouwd was, werden alle compartimenten één voor één volgepompt met water, na goedkeuring door een Marine afgevaardigde kon de bouwer hierna verder gaan met de bouw. Op 21 november 1933 gaat bouwnummer 1754 voor het eerst te water, hierna volgen er diverse testen door de werf en uiteindelijk ook door de Marine zelf. Op maandag 18 december 1933 komt ze ook voor het eerst “Onder Stoom” om veiligheden af te stellen en de hulpwerktuigen te testen. De laatste proefvaart van de eerste testperiode is op vrijdag 29 december 1933.
Van woensdag 3 januari t/m 11 januari volgen nog diverse testen, van dynamo, radiozender, kompas etc. ook worden alle stoommachines overhaalt en wordt een inwendige inspectie uitgevoerd door de werf, er worden geen problemen of afwijkingen ontdekt. En op 11 januari 1934 volgt de officiële overdracht van de HMS ELFIN aan de British Royal Navy.
Enkele dagen later voert de marine zelf een officiële proefvaart uit om de snelheid van het schip te bepalen, op de gemeten mijl nabij Portland.
Na 3 maanden volgt een rapport van de Commandant van 6e onderzeeboot flottielje en het depotschip HMS TITANIA, hierin staat te lezen dat HMS ELFIN tijdens een van haar tochten in een flinke storm terecht komt met zeer hoge golven, en dat het dek verrassend droog blijft, maar het schip slingert zo erg dat het maar moeilijk koers kan houden. De Commandant verzoekt daarom om een steunzeil te plaatsen zoals dat ook op trawlers gebruikt wordt, er wordt niet naar hem geluisterd, want deze aanpassing is nooit doorgevoerd.
Wel is er na een van de eerste testen een raam in het voorste paneel van het stuurhuis gekomen, in het ontwerp was het niet voorzien van een raam, de stuurman hoefde toch niets te zien, de Commandant gaf wel aanwijzingen vanaf het platform boven op het stuurhuis via de spreekbuis naar de stuurman in het stuurhuis.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de naam gewijzigd in HMS NETTLE, ze blijft ongewijzigd haar dienst volbrengen tot 1957 waarna ze uiteindelijk voor sloop wordt verkocht aan Scheepssloperij Pounds in Portsmouth.
Hier is ze nog een decorstuk voor de film “The Key” met Sophia Loren, Trevor Howard en William Holden.
In 1958 koopt de Amsterdams Droogdok Maatschappij haar om te verbouwen tot cleaning- schip DROOGDOK 18, in deze hoedanigheid is ze als de “WIELENBOOT” een bekende verschijning geworden in de Amsterdamse haven, deze naam dankte ze aan de twee grote tanks die op het achterdek stonden, vanaf de kont leken het net twee grote wielen die op het achterdek stonden. Een naamswijziging volgt bij de Hollandse Olie Maatschappij als HOM 7.
En enkele jaren later als TCA1 bij Tanker Cleaning Amsterdam. In 1985 wordt de TCA1 opgelegd, in 1986 volgt toch nog een verplichte grote 40 jarige keur van de stoomketel,
( de huidige ketel is namelijk gebouwd bij de Arnhemsche Stoomsleephelling in 1946 ) dan is verplicht om 24 klinknagels bij de stoomdom/rompverbinding en langsnaad/stripnaad te verwijderen voor keuring. Hierna is een magnetisch nagelgat onderzoek uitgevoerd. Er worden hierbij geen scheurindicaties waargenomen, hierna kan Prokal uit Purmerend de 24 klinknagels er weer inzetten. De stoomketel is hierna niet meer in gebruik genomen, en in september 1989 wordt zelfs het ketelboek opgestuurd naar het Stoomwezen in Amsterdam, en wordt de vergunning ingetrokken.
Hierna volgt een te lange stille en koude periode die het schip en zijn installatie zeker geen goed hebben gedaan. Totdat in 1995 Cees Jongert en Frank Boom zich ontfermen over het schip en haar onderbrengen in een nieuw opgerichte stichting, de “Stichting tot Behoud van het Stoomschip”, met het doel haar te behouden en te restaureren.
In 1997 komt de ELFIN na een eerste grondige technische restauratie, gelukkig na een stille en koude periode van 12 jaar weer “Onder Stoom”
In 2012 is zelfs besloten om de hele vlampijpenbundel in de ketel te vernieuwen, zodat de komende jaren weer veilig “ONDER STOOM” gevaren kan worden. Door Frank Boom
Samenvatting