Periode gebruik

van 1875 tot en met 1963

De BU130 – Trui is in 1875 gebouwd bij Pauw in Muiden voor visser Goossen Foppen, toen 18 jaar oud, uit Harderwijk. Het visserijnummer werd HK8. Goossen Foppen heeft tot 1928 met de HK8 gevist en moest er toen om gezondheidsredenen mee ophouden. Zijn zoon Migchel Foppen nam het schip over en heeft er mee gevist tot 1933. Na de afsluiting van de Zuiderzee hield hij het voor gezien en begon een pluimveebedrijf.
De botter werd verkocht naar Enkhuizen en heeft een jaar gevist als EH26 maar kwam toen weer terug naar Harderwijk en werd weer de HK8. De nieuwe eigenaar, Willem Bruinink liet het schip grondig restaureren. Het vlak, de deken, alle gangen in het voorschip de steven en verscheidene krommers werden vervangen. Ook werd de eerste motor geplaatst, een A-ford met 16 PK.
Rond 1950 werd het schip overgenomen door Willems zoon Drees die in 1959 een stalen kottertje kocht. De botter werd gekocht door Lammert de Graaf uit Spakenburg en kreeg het nummer BU130.
Lammert de Graaf heeft er nog tot 1963 mee gevist. Toen is het schip verkocht aan Frans Eisenloeffel die het verhuurde als pleziervaartuig, met Lammert de Graaf als schipper.

Op tweede kerstdag 1965 werd de BU130 gekocht door leden van de jonge studentenvereniging “Nieuwe Delft” alias De Bolk uit Delft. Ze gaven de botter haar naam ‘Trui’.
Uit die tijd is er een taxatierapport:

Zitters en Liggers: Redelijk tot slecht
Berghout en Boeisel: Slecht, geheel in blik
Zeilwerk: Slecht, vele rotte plekken
Roer: Boven water bruikbaar
Motor: wilde niet starten, ziet er overigens goed uit.

In de eerste jaren werd er door de studenten veel gevaren met de botter maar het lopend onderhoud en noodreparaties slokten veel geld op. In 1975 bestond Trui 100 jaar en werd besloten het onderhoud structureel te gaan aanpakken. Met een lening van f 10000 werd bij de werf Bültjer aan de Eems in Duitsland het achterschip gerestaureerd.

In 1977 zinkt Trui in de haven van Urk. De financiële gevolgen zijn reden om over de organisatie na te denken en in 1978 de Stichting tot behoud van de BU130 op te richten.

In 1978 en 1982 vinden onderhoudsprojecten plaats waarbij grote delen van het schip vervangen worden. Daarna is het een tijd wat rustiger. Trui en haar opvarenden maken ‘s zomers lange tochten, tot ver in Denemarken. Ook wordt er sinds het eerste begin van het evenement in 1978 meegevist met de Visserijdagen Workum, onderdeel van de Strontweek.

In 2012 zinkt de Trui in de haven van het Zuiderzeemuseum, haar vaste ligplaats, door een slechte naad in het voorschip. De haven is niet diep maar het is voldoende aanleiding om het onderhoud weer grondig op te pakken. De zomer daarna worden de lekkende gangen van tropisch iroko, die in 1978 geplaatst zijn, vervangen door eiken. Twee jaar later, in 2015, moet de mastbank uit 1982 eraan geloven. Ook in de jaren erna zijn er restauraties uitgevoerd en is de BU130 weer in een goede conditie.
Om niet alleen de kennis van het zeilen op een botter, maar ook van het onderhoud te bewaren wordt dit zo veel mogelijk door de eigenaren (studenten) gedaan. Voor grote projecten wordt er hulp ingeschakeld van een timmerman zodat we ook daarvan weer kunnen leren.

De geschiedenis van Trui is nog lang niet ten einde.

Van grote waarde