INLEIDING |
| |
Objectaanduiding | RETM 11 |
Categorie/klasse | Lokale tram |
Soort object | Elektrisch motorrijtuig |
Type | emr2 - Tweeramer 1 - 20 13-20 |
Bouwjaar | 1905 |
Ontwerper(s) | |
Producent(en) | Metallurgique Nijvel Belgie |
Gebruiker(s) | Rotterdamsche Electrische Tramweg Maatschappij (RETM) |
Periode oorspronkelijk gebruik | |
Regio oorspronkelijk gebruik | Rotterdam |
Geschiedenis | Na de levering van de serie 1-12 werden nog in hetzelfde jaar 1905 ook de rijtuigen 13-20 instromen bij de RETM, de particuliere voorloper van de RET, waarmee de eerste serie tramrijtuigen meteen compleet was. In tegenstelling tot de eerste twaalf rijtuigen waren de 13-20 voorzien van dwarsbanken, waarvan de rugleuning kon worden omgeklapt, zodat de passagiers zo veel mogelijk vooruit konden rijden. Bij de laatste vijf rijtuigen van deze serie waren de klaphekjes op de balkons bovendien vervangen door draaihekjes. Gemeenschappelijk bij alle wagens waren overigens de routeklapborden op de kop van het rijtuig om de richting aan te geven en de lange routeborden aan de zijkanten van het dak, waarop het beginpunt, het eindpunt en de belangrijkste tussenbestemming stonden aangegeven. Vermeldenswaard is voorts, dat de RETM naast de gebruikelijke lijnnummers ook nog een lijnkleurensysteem heeft gehanteerd. Daarnaast werden in de allereerste beginjaren ook nog lijncijfers in de beugels opgehangen. Het zal geen verwondering wekken dat de ontwikkelingen rond de 13-20 geheel parallel hebben gelopen met die van de eerste twaalf rijtuigen: ook hier werden de balkons dicht gemaakt, werd rond 1912 de crème kleur ingevoerd en werd uiteindelijk de raamindeling gewijzigd.
Nadat ook deze rijtuigen rond 1930 overbodig waren geworden, werd op grond van hun afwijkende indeling besloten om ook een van deze wagens voor het nageslacht te behouden. Uiteindelijk viel de keus op een niet alleen met dwarsbanken, maar ook met draaihekjes uitgeruste wagenbak, die op het nog in een uitstekende conditie verkerende onderstel van rijtuig 11 werd geplaatst. Ook deze combinatie werd in de periode, die vooraf ging aan de reeds gememoreerde festiviteiten in 1938, zo veel mogelijk in oude luister hersteld. De petroleumlantaarn keerde echter niet terug en ook de daklijsten, die nog aan de uitvoering met zes zijruiten aan beide kanten herinnerden, zouden tot op de dag van vandaag zichtbaar blijven. |
Opmerkingen inleiding | |
BESCHRIJVING OBJECT |
Functie | Reizigersvervoer |
Techniek | Twee elektromotoren via bovenleiding |
Bouwwijze | |
Vorm | Uiterlijke kenmerken: Tramrijtuig op twee vaste assen. De rijtuigbak heeft aan weerszijden twee opvallend grote en aan de bovenzijde gebogen ramen. Aan beide zijden een open balkon met stuurstanden. Op het dak bevindt zich een beugel voor de stroomafname. De tram is blauw en grijs geschilderd. |
Opmerkingen beschrijving | |
WAARDERING OBJECT |
Cultuurhistorische waarde |
Status | C |
Motivatie | Elektrisch motorrijtuig RET 11 is van cultuurhistorische waarde en past in de collectie van de collectiehouder. Als vertegenwoordiger van het type is dit elektrisch motorrijtuig echter niet het meest representatieve exemplaar. |
Waardering door | Beoordelingscommissie Nationaal
Register Railmonumenten |
Opmerkingen | |
Authenticiteit |
Status | |
Motivatie | De informatie over dit object is afkomstig uit het Nationaal Register Railmonumenten. Binnen dit register wordt (nog) niet structureel op authenticiteit beoordeeld. |
Waardering door | Beoordelingscommissie Nationaal
Register Railmonumenten |
Opmerkingen | |
HUIDIGE EIGENDOM |
Eigenaar/beheerder | Museum/instelling |
Collectie | Stichting RoMeO (eigenaar: Rotterdamse Elektrische Tram) |
Opmerkingen eigendom | |
ILLUSTRATIES |
Historische toestand | Niet ingevoerd |
Streeftoestand | Niet ingevoerd |
Opmerkingen illustraties | |
INFORMATIE OBJECT |
Registernummer | 2.000.0522 |
Meer informatie bij/via | |
Opmerkingen informatie | |